Rijswijk Sport Nieuws

Hoeveel tijd en geld besteden we aan sport en bewegen?

15 maart 2024

Sport en bewegen kunnen hun positieve impact op onze gezondheid en maatschappij alleen waarmaken, als voldoende mensen deelnemen. De kosten van sport zijn uiteraard van invloed op die deelname, evenals verschillen in inkomen. Dit artikel geeft inzicht in het uitgavenpatroon van sporters in ons land.
De overheid stimuleert sport en bewegen vanuit de overtuiging dat die investering loont. Sport en bewegen dragen bij aan de gezondheid en zijn een middel om maatschappelijke doelen te realiseren. 
 
Hoeveel geld en tijd steken mensen in sport?
De bijdrage van sport aan onze maatschappij en economie valt of staat echter bij sportdeelname. En daarop kunnen de kosten van grote invloed zijn. Evenals verschillen in inkomen. Een groot deel van deze investering doet de sporter namelijk zelf: zowel in tijd als in geld. Het Mulier Instituut doet verschillende onderzoeken naar de individuele uitgaven aan sportdeelname. We lichten ze kort toe. 
 
De meeste mensen ervaren persoonlijk de effecten van sport en bewegen. Vaak zijn de effecten positief, maar sport kost altijd tijd – en in de meeste gevallen ook geld. In de ‘Factsheet bestedingen per uur sporten’ bekijkt Mulier hoeveel tijd en hoeveel geld mensen in sport steken – en hoe die zich tot elkaar verhouden. De belangrijkste conclusies waren:
  • Voor alle onderzochte sporten (fitness, golf, hardlopen, tennis, wandelen, wielrennen en zwemmen) geldt dat mensen met een bovenmodaal inkomen meer uitgeven aan dezelfde sport, dan mensen met een beneden modaal inkomen. 
  • Wat ook opvalt is dat de sporten die de hoogste financiële investering vergen, niet de meeste tijd kosten. Bij wandelen wordt gemiddeld per maand het minste geld uitgeven, maar wel de meeste uren besteed. 
  • De bestedingen in euro’s per sport zijn ook per uur bekeken. Dan zijn de verschillen in bestedingen kleiner. Fitness is per uur bijvoorbeeld bijna net zo duur als zwemmen.
Een ander onderzoek van het Mulier Instituut brengt de consumentenuitgaven aan sport in beeld. Het Mulier Instituut bracht in kaart hoe de uitgaven aan sport zich ontwikkelen bij consumenten. Dit zijn de belangrijkste conclusies van het onderzoek Consumentenuitgaven aan sport 2023:
  • In 2023 gaf 35% van de huishoudens minder uit aan sport en sport kijken dan het jaar ervoor. Dit percentage is vergelijkbaar met eerdere jaren (2021 en 2019). In alle jaren werd er vaker bezuinigd op uitgaan, uit eten of drinken en vakanties of weekendjes weg, dan op sport.
  • Ongeveer 38% van alle huishoudens vindt de kosten van sport bezwaarlijk. Dit is met 8% gestegen ten opzichte van 2021 en 2019. Het consumentenvertrouwen en het vrij besteedbaar inkomen van Nederlandse huishoudens is echter ook een stuk lager in 2023 ten opzichte van 2021 en 2019. Van de huishoudens met een benedenmodaal inkomen vond 49% de kosten van sport bezwaarlijk. 
  • Gemiddeld gezien zou 38% van de Nederlanders eerder op sport bezuinigen dan op iets anders. Dit is met 3% toegenomen ten opzichte van 2021 en 2019. Vooral huishoudens met een benedenmodaal jaarinkomen geven aan eerder op sport te bezuinigen.
  • Als het sportaanbod gratis was, zou 46% van de Nederlands (vaker) sporten. Maar vooral sporters geven aan dat ze dan vaker zouden gaan sporten. Van de niet-sporters geeft maar 23% aan dat ze meer gaan sporten als sporten gratis zou zijn. Als het sportaanbod gratis was, zou ongeveer 40% van de niet-sporters niet alsnog gaan sporten.
Uiteindelijk luidt de conclusie dat voor de meerderheid van de Nederlanders de kosten voor sport niet bezwaarlijk zijn, of ze staan hier neutraal tegenover. Ook het gratis sporten zorgt niet op grote schaal dat niet-sporters wel gaan sporten. Uit eerder onderzoek blijkt ook al dat kosten niet voor de belangrijkste drempel zorgen om te sporten[1-2]. Het blijkt wel dat vooral de Nederlanders met een laag inkomen de kosten een drempel vinden. Dit zijn kwetsbare groepen die toch al achterblijven in sportdeelname. 
 
Waarom zeggen mensen hun lidmaatschap op?
Er zijn verschillende redenen om een lidmaatschap bij een sportvereniging of fitnesscentrum op te zeggen. Maar hoe vaak heeft het opzeggen te maken met kosten? En leidt dat vervolgens tot minder sportdeelname in ons land? Het onderzoek ‘Sportlidmaatschappen en- abonnementen: opzeggingen, opzegredenen en nieuwe lidmaatschappen en abonnementen 2022’ van Mulier concludeerde:
  • In 2019 heeft 14% van de  huishoudens een lidmaatschap van een sportvereniging opgezegd. 
  • In 2019 heeft 10% van de huishoudens een abonnement bij een andere sportaanbieder opgezegd. 
  • Tussen mei 2021 en mei 2022 heeft 9% van de huishoudens een lidmaatschap van een sportvereniging opgezegd. Maar in dezelfde periode sloot 13% ook minstens één nieuw sportlidmaatschap af. 
  • Tussen mei 2021 en mei 2022 heeft 8% een abonnement bij een andere sportaanbieder opgezegd. Maar in dezelfde periode sloot 10% een nieuw abonnement bij een andere sportaanbieder af. 
Deze aantallen zeggen echter niets over het totale saldo opzeggingen en nieuwe lidmaatschappen/abonnementen, omdat een gezin meerdere lidmaatschappen/abonnementen kan hebben.  Tijdens de coronacrisis waren tijdelijk sommige buitensporten wel toegestaan, zoals tennis, terwijl binnensporten niet door konden gaan. Dit kan verklaren waarom er meer huishoudens nieuwe lidmaatschappen hadden afgesloten dan hadden opgezegd. 
 
Meer over dit onderwerp, zie #inclusievesport

 

Secretariaat:
p/a Julianastraat 52
2282 RP RIJSWIJK

info@sportraadrijswijk.nl

Banknr: NL14INGB0008973432
KvK: 73959189

Privacyverklaring
© 2024 Sportraad Rijswijk - realisatie Knijnenburg Producties